Blog Post

Gedragsverandering op de werkvloer.

  • door René Adam
  • 09 nov., 2016

gewoontes, routines, gedragspatronen veranderen

Bij iedereen bestaan bepaalde gewoontes die in de loop der tijd zijn ontstaan. Gewoontes worden ook wel gedragspatronen of routines genoemd. Bepaalde dingen zijn “eigen” geworden, ze horen bij de dagelijkse gang van zaken. Neem bijvoorbeeld het opstaan ’s morgens, de een zal meteen een douche nemen, de andere start met een kop koffie of een ontbijt, een wandeling met de hond, het lezen van het nieuws. Iedereen heeft daar zijn eigen gewoontes, routine, gedrag in.

Ook bij het werk bestaan routines die bij de taken van een bepaalde functie horen; starten met de mails op kantoor, de orderlijsten op volgorde van binnenkomst afhandelen, de gereedschappen tevoorschijn halen, maar ook; beginnen met een kop koffie, proberen als eerste op het werk aanwezig te zijn, en zo zijn er talloze gewoontes die meestal volkomen onbewust gebeuren. De meeste gewoontes zijn natuurlijk prima, ze geven een bepaalde rust, er hoeft niet bij nagedacht te worden waardoor ze geestelijk gezien veel minder vermoeiend zijn.

Soms echter zijn gewoontes minder goed, en geven ze fysiek meer belasting en zelfs klachten. Denk bijvoorbeeld aan iemand die vaak moet tillen op het werk, en dit uit gewoonte op een manier doet die erg belastend is voor de rug. Iemand heeft bepaalde eetgewoontes waardoor er overgewicht of maagklachten zijn ontstaan. Ook kan er een patroon aanwezig zijn zoals het steeds maar willen versnellen of verbeteren van werkzaamheden wat ervoor zorgt dat iemand gestrest raakt.


Verandering van eet en beweegpatronen

Het veranderen van gewoontes is niet gemakkelijk. Bij de oefentherapie Cesar|Mensendieck is dit de kern van het beroep; motorische gedragsverandering verkrijgen bij de patiënten. Het veranderen van houdingen of bewegingen is bepaald niet eenvoudig. Het is ook zeker geen kwestie van “even doen”. De houding veranderen of bepaalde bewegingen veranderen kan vermoeiend zijn, niet alleen fysiek maar ook psychisch omdat er, zeker in de beginfase, erg veel bij nagedacht moet worden. Bij diëtisten speelt gedragsverandering ook een erg belangrijke rol binnen hun werkzaamheden. Ingesleten eetpatronen veranderen lukt ook niet van de een op de andere dag.

Op het werk is het veranderen van routines net zo lastig, Een advies om, bij voorkeur elke 20 minuten, met beeldschermwerk te stoppen en in beweging te komen (lopen, of een paar oefeningen doen) is niet zo eenvoudig als het lijkt. Op de eerste plaats moet er motivatie zijn om dit te doen. Wanneer er sprake is van klachten kan dat motiverend werken, maar wat als de klachten na een paar weken weg zijn?


“Dit is goed voor de gezondheid en daardoor verandert het gedrag?”

Een workshop tilinstructies geven aan mensen die (nog) geen klachten hebben zal ook nauwelijks effect hebben, zeker niet op de lange termijn, men weet wel dat het beter is om te doen, maar…. Na het woord maar komen vrijwel altijd beschrijvingen van routines “maar ik doe het al jaren zo”, “maar ik heb nog nooit last van mijn rug gekregen”, “maar het kost meer tijd wanneer ik het zo moet gaan doen”.

In het kader van Duurzame Inzetbaarheid van personeel binnen bedrijven en organisaties heeft het daarom ook weinig nut om simpelweg tilcursussen te gaan aanbieden of het lunchwandelen in te voeren uit het oogpunt van “Dit is goed voor de gezondheid van het personeel en daarmee veranderen we het gedrag op de werkvloer”. Zo zijn er al talloze voorbeelden van bedrijven die goed bedoeld een complete fitnessruimte binnen het gebouw realiseerden, om vervolgens tot de conclusie te komen dat er geen of weinig animo voor is. Waarom niet? Er moet een routine doorbroken worden, een verandering van gedrag ontstaan. Allereerst zou moeten worden gekeken of er wel motivatie is onder werknemers, en in het geval die er niet is, hoe kan deze dan wel bereikt worden.


Inzicht geven is motivatie krijgen

Net zoals bij een behandeling van een patiënt met rugklachten binnen de oefentherapie, is 1 van de belangrijkste voorwaarden om te kunnen komen tot (beweeg)gedragsverandering; motivatie zien te bewerkstelliggen. Dit gebeurt vooral door het inzicht geven in het functioneren van het lichaam. Bijvoorbeeld het laten zien aan de hand van skeletdelen, tekeningen, hoe de rug er nu eigenlijk uitziet, wat is er voor nodig om bijvoorbeeld een gewicht te kunnen dragen, waarom wordt het zwaarder om iets op te pakken in een bepaalde houding. Waarom krijgt de ene persoon wel al op jonge leeftijd klachten en de andere niet. Waarom kan bijvoorbeeld wandelen een positieve invloed op rugklachten hebben. Waarom kan bij het werk het zitten onderbreken gunstig zijn voor diabetes of hart en bloedvaten. Dit soort inzichten motiveert de patiënt om zijn houding en bewegingen te gaan veranderen. Omdat duidelijk is geworden waarom de klachten hebben kunnen ontstaan, of waarom, wanneer hij door gaat met de routine, de gewoontes, zijn rugklachten kunnen toenemen. Ook binnen bedrijven en organisaties zou daarom de eerste stap in het verkrijgen van motivatie tot gedragsverandering bij voorkeur zijn; het inzicht geven waarom verandering een gunstige invloed heeft op de gezondheid en niet alleen dát een verandering gunstig is. 


254 dagen…

Het bereiken van gedragsverandering heeft tijd nodig, soms veel tijd. Er is op internet veel te vinden over het veranderen van gedrag, en op de een of andere manier wordt 21 dagen vaak naar voren gebracht als zijnde de termijn waarop dit bereikt zou kunnen worden. Een onderzoek in 2010 (How are habits formed: Modelling habit formation in the real world; PHILLIPPA LALLY CORNELIA H. M. VAN JAARSVELD, HENRY W. W. POTTS AND JANE WARDLE University College London) bracht hier een heel ander tijdsbestek naar voren: Gemiddeld gezien duurt het bereiken van gedragsverandering (in de zin dat er een routine/gewoonte is ontstaan) 66 dagen. Er zit echter een groot individueel verschil in. Bij sommige mensen lukte het om binnen 18 dagen een gedragspatroon veranderd te krijgen, maar bij anderen duurde het tot 254 dagen om dit te bereiken.


Afleren? Aanleren!

Een gewoonte veranderen is mogelijk, wat echter heel duidelijk gesteld moet worden is dat er geen sprake kan zijn van ‘iets afleren’. Stel dat u wordt gevraagd om het fietsen af te leren. Hoe zou je dit doen? Of het eten van friet en kroketten zou moeten afleren, je weet immers hoe je deze kunt eten en deze vaardigheid kan niet gewist worden in het brein.  In de Dikke van Dale staat het woord afleren omschreven als ‘verleren’ en ‘zich of een ander iets ontwennen’. Het laatste klinkt al aannemelijker; het impliceert niet dat je een gedragspatroon of gewoonte op den duur niet meer kunt, maar je kunt het minder gaan doen of zelfs niet meer doen; Iemand kan stoppen met fietsen, maar hij kán het nog wel. Bij het woord aanleren staat ‘zich door leren eigen maken’.  En daar gaat het bij het veranderen van gedrag om. Een nieuwe gewoonte zal net zo vaak herhaald moeten worden tot het een routine is geworden waarbij niet meer nagedacht hoeft te worden. Het moet vertrouwd voelen, vanzelfsprekend worden. Maar zoals uit het bovengenoemde onderzoek naar voren komt, is het ook erg belangrijk om duidelijk aan te geven dat dit tijd nodig heeft, hoeveel tijd dit kan kosten en dat iemand daar ook de tijd voor mág nemen. Dus voordat het lunchwandelen de status van gewoonte, routine of gedragspatroon heeft gekregen die de plaats ingenomen heeft van het ‘lunchzitten’ kan er geruime tijd over heen gaan.


In het kader van Duurzame Inzetbaarheid moeten bedrijven en organisaties zich daarom realiseren dat gedragsverandering op de werkvloer vooral bereikt kan worden door inzicht te geven aan personeel, waardoor er motivatie kan ontstaan tot gedragsverandering. En er zal  tijd voor moeten worden genomen, maar ook moeten worden gegeven!


door René Adam 12 jul., 2017
Wat houdt de NPR 1813 in, waarvoor is deze bedoeld?
door René Adam 31 okt., 2016
Waar een werkplekonderzoek aan moet voldoen om de neerwaartse spiraal van klachten op het werk te kunnen aanpakken.
Share by: